Het verhaal van mijn Oeteldonkse sjaal

Een week of wat geleden stond er in een lokaal krantje een artikeltje met de kop ‘Oeteldonk breit deur’.
Het berichtje was van de Stichting Met je Hart, een stichting die zich bezig houdt met het organiseren van mooie ontmoetingen met eenzame ouderen.
Ze zochten vrijwilligers om Oeteldonkse sjaals te breien voor de verkoop. De opbrengst zou naar het hoofddoel van de stichting gaan.

Breien voor het goede doel. Dat had ik nog niet eerder gedaan. Wel haken, in de jaren vijftig voor de arme kindertjes in Afrika. Sokjes en vestjes van katoen in allerlei pastelkleuren. Schattig geel, zachtroze, lichtblauw en lichtgroen. Ik kan me nog goed herinneren hoe trots ik was toen de nonnen lieten weten dat ze blij waren met de prachtig gehaakte kleertjes. Via een luchtpostbrief! Er zat zelfs een foto bij, zwart-wit weliswaar, maar ik zag stralende kindergezichtjes. Wat gaf dat een goed gevoel.

In de loop van de jaren heb ik veel gebreid, van simpele patronen tot werkjes met allerhande siersteken en ingewikkelde patronen. Ik hield van breien omdat ik daarbij mijn gedachten zo heerlijk de vrije loop kon laten. Iets wat nu, met mijn NAH, totaal anders is. Patronen lezen is eigenlijk onbegonnen werk. Had ik eerst de radio of tv op de achtergrond altijd aan staan, dat kan niet meer,  opperste concentratie is nu een vereiste. Hoewel ik ingewikkelde patronen dan misschien niet meer kon maken  een simpele recht-toe-recht-aan trui moest toch wel lukken, dacht ik. Vol enthousiasme begon ik er aan, maar het werd bepaald geen succes. Teleurgesteld gooide ik de boel aan de kant.

Het artikeltje van Stichting Met je Hart lag voor mijn neus. Toeval?
Oeteldonk zit een beetje in mijn bloed en deze das is wel een noodzakelijk attribuut tijdens de vaak koude carnavalsdagen, zeker als je bij de grote optocht langs de route staat feest te vieren.
Het ‘deur breien’ zag ik wel zitten en heb me meteen aangemeld. Ook een buurvrouw vond het leuk om mee te doen.
Drie Oeteldonkse kleuren wol en een simpel patroon in patentsteek werden thuis bezorgd. We konden aan de slag.
Mijn buurvrouw had binnen de kortste keren twee sjaals af.
Bij mij was het een heel ander verhaal. De patentsteek wilde maar niet lukken. Ik liet letterlijk heel wat steekjes vallen. Meestal kwam ik daar toeren later pas achter. Er zat niets anders op dan de boel uit te halen en het stuk opnieuw te breien.
Het werd twee stappen voor uit, twee achteruit. Je zou er een carnavalsliedje over kunnen schrijven.

Uithalen en opnieuw beginnen, daar was ik keigoed in dankzij een non op de lagere school. Dagen werk heb ik moeten uithalen omdat de non vond dat ik te snel klaar was en  het DUS niet goed kon zijn. Zonder echt naar mijn werkstuk te kijken was de non luid en duidelijk in haar oordeel “uithalen en opnieuw beginnen”. Dankzij deze non heb ik een eindeloos geduld ontwikkeld en interesseert het me niet als ik iets moet overdoen omdat er een foutje in zit. Dus ook nu zit ik ontelbare keren de nodige toeren uit te trekken om weer opnieuw  te beginnen. Eindelijk is één sjaal klaar.
Ik maak er een foto van… Wat is dat? Zie ik dat goed. Ik kijk nog eens. Wat ik in het echt niet had gezien, zie ik op de foto. Jawel hoor en nog wel in de twee allereerste toeren: een foutje. Ga ik de héle das uithalen? Nee toch? Ik ben geen zeven meer en laat me niet meer ringeloren door een non. Te snel was ik deze keer zeker niet.
Met carnaval is er niets recht en alles krom. Daar past de charme van ‘met de hand  gemaakt’ van deze mooie sjaal prima bij!

 

 

 

2 antwoorden op “Het verhaal van mijn Oeteldonkse sjaal”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *