Trapezekat

Buiten regent het zo hard dat zelfs op het inpandige balkon de regen tegen het raam kletst. Dat komt zelden voor. Ik zit lekker in mijn luie stoel te genieten van mijn bakkie koffie met stroopwafel terwijl Kiki door de kamer raast. Ze is een kitten van net vijf maanden oud en moet zich nog behoorlijk uitkuren. Ze houdt wel van een stevig sprintje en als de vloer net gedweild is, lijkt het wel of ze over een ijsbaan glijdt. Pootje over, en dat met vier poten!
Volgens mij heeft ze er veel plezier in.
Ze kan ook heel lang als een stokstaartje op de vensterbank zitten, nieuwsgierig naar alles wat buiten voorbij komt. Het is leuk om te zien hoe een kitten, die nog nooit buiten is geweest, reageert op alle eenden en ganzen die voorbij komen.

De kleinkinderen zijn dikke maatjes met haar. “Kiki, kom maar meissie” is een veel gehoorde roep.
Knuffelen, aaien en spelen met propjes papier zijn favoriet.
Kiki sjouwt ermee alsof het prooi is, gooit ze in de lucht en probeert ze met haar pootjes te vangen.
Een salto schuwt ze niet. Tren houdt Kiki goed in de gaten want ze is dol op zijn lego.
Metz vindt kopjes geven heerlijk, Kiki ook.

Lees verder “Trapezekat”

Zomerschool 2023

Dacht ik dat ik een leuke nieuwe schildertechniek had ontdekt. Niets bleek minder waar. Lukte het eerste werk met het stadje van Macolm Coils best wel goed, van het tweede – een havengezicht – bakte ik niets. Talloze pogingen ondernomen, steeds weer opnieuw begonnen. De euforie over het eerste schilderij was snel verdwenen en ik stond weer vlot met beide beentjes op de grond. Dacht ik nou echt, dat ik een techniek, waar een ander jaren over doet, in een paar maanden onder knie had?
Alles even aan de kant gegooid, de SAS Zomerschool in ‘s-Hertogenbosch kwam er aan en er waren weer genoeg workshops waar ik me op uit kon leven. Lees verder “Zomerschool 2023”

Kikker

Aan het hekwerk van mijn balkon hangt een groene kikker met spiraal. In zijn bolle lijfje zit een zonnebatterij. Die heeft dus drie dagen gewerkt. Hij laadt niet meer op dus ’s avonds geen leuke dansende verlichte kikker meer. Ik laat hem hangen, want het is wel een geinig ding, maar sloop de batterij eruit.

Mijn kleinzoon slaat dit alles gade. “Kijk omi”, de zon schijnt op zijn koppie. Uitkijken dat ie niet verbrandt”, roept hij lachend.
Ik ga mee in zijn fantasie. “Oeps, dan gaat ie vervellen, moeten we ‘m niet insmeren met zonnebrand?”
“Nee omi, daar is het nu te laat voor.”
“Dat is jammer, maar hij krijgt wel een nieuw vel.”
“Oh, dan moet ie knaloranje worden, zoals die bloem”, en hij wijst naar de slaapmutsjes die op het balkon in een bak in bloei staan”
“Dat is een prachtige kleur,” zeg ik. “Alleen is dat geen goed idee want dan ziet de reiger, die aan de overkant naar lekkere hapjes staat te loeren, hem en denkt dat het een goudvis is. Dat felle oranje valt veel teveel op tussen al het groen.”
Geen probleem voor mijn kleinzoon. “Dan krijgt ie de kleur van de lucht of van een regenboog en dan vliegt ie door de lucht. Ziet de reiger hem niet meer. Probleem opgelost”
Hij kijkt me breed lachend aan. “Die bestaan echt hoor omi, vliegende kikkers.”

 

 

Jammie…

Kortgeleden kreeg ik de vraag om een anekdote op papier te zetten over gevolgen van Niet Aangeboren Hersenletsel. Dat leverde het volgende stukje op.

Begin 2014 viel ik op mijn werk van een trap van 14 treden en kwam op mijn hoofd terecht. In een paar luttele seconden stond mijn leven op zijn kop. Twee jaar later werd er Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH ) vastgesteld en kreeg ik therapie.
Hoewel ik ogenschijnlijk weinig leek te mankeren – ik praatte immers normaal en bewoog gewoon – bleek toen pas echt welke impact deze val had. Mijn vertrouwde leventje bestond niet meer. Mijn hoofd was mijn hoofd niet meer. Mijn lijf was gebutst en gekneusd en ik had dag en nacht overal pijn. Ik moest afscheid nemen van de meest simpele dingen.  Het leek alsof ik mijn zelfstandigheid kwijt was en overal hulp voor nodig had. Er was vaak geen enkele logica te ontdekken in wat ik wel of niet kon. Dat leverde veel onbegrip op en ik raakte relatie, werk, huis en vrienden kwijt. Het leek of ik al ver voor corona in een lockdown terecht was gekomen.

Het duurde even voordat ik begreep dat ik me niet moest vastklampen aan mijn vertrouwde routines maar dat ik het lef moest hebben om op zoek te gaan naar nieuwe. Noodgedwongen leerde ik me ‘vervelen’, iets wat ik eerder nooit deed. Gelukkig kon ik altijd al goed genieten van kleine dingen. Ik ontdekte dat mijn hersens nieuwe lijntjes maakten. Dat gaf moed om door te gaan. Nu, negen jaar verder, zie ik mijn wereld als een sterrennacht vol flonkerende lichtpuntjes die me houvast geven waardoor het lichter is.

 Ondanks alles valt er veel te lachen.
Zeg nou zelf, appeltaart bakken en dan, als de taart uit de oven komt, piekeren over wat die appels toch op het aanrecht doen…
Pas toen mijn buurvrouw lachend vroeg “Nieuw recept uit de minimalistische keuken, Ellen?” drong het tot me door.  Schaterlachend hebben we de “taart” soldaat gemaakt en later de verse appelmoes. Ik ben een tevreden mens.

Er was eens…

 Er was eens een heel verlegen meisje met rood krullend haar en sproetjes op haar wangen. Haar vader noemde haar Eekhoorntje vanwege dat mooie rode haar. Ze woonde samen met haar ouders, aan de rand van de stad in een oude boerderij met op het erf een kippenhok en een oude waterput. Een paard en een ezeltje stonden op het veldje naast de put.

Op een ochtend werd Eekhoorntje vroeg wakker en zag door een kier van het gordijn een streep maanlicht. Ze stapte uit bed, trok vlug een trui over haar pyjama aan en sloop zachtjes op blote voeten naar buiten. Het maanlicht liep met haar mee. Ze rook de geur van bloeiende bloemen en kon de verleiding niet weerstaan om een paar dahlia’s en rozen te plukken. Ze wenste de ezel en het paard goedemorgen en gaf ze alvast wat te eten. Met haar neus in de zoet geurende rozen liep ze neuriënd verder.

Ze kon net over de rand van de put kijken. Daar woonde een monster dat dol was op kinderen en ze mee de put in trok, wist ze van haar ouders.
In de zwarte diepte glom de maan op het rimpelloze water. Maar ze zag geen monster.  Ze liet een dahlia in het water vallen, per ongeluk. Mooie kringen vormden zich om de bloem. Een schijfje maan rimpelde met het water mee. Prachtig vond ze het en liet nog een bloem vallen. Expres.
Ze deinsde geschrokken achteruit. Er echode een droevig gehuil door de put. Heel voorzichtig boog ze zich toch weer over de rand en keek recht in een paar hele grote trieste ogen. Ze zag geen haren, maar wel een gladde huid die glom in een diepe nachtblauwe schutkleur, waterdruppels glinsterden rond de ogen. Lees verder “Er was eens…”

Een verrassende wending

Ik heb nooit iets met aquarel gehad. Jaren geleden heb ik mijn eigen stijl ontwikkeld:  een combi van acrylverf, pastelkrijt en houtskool. Door mijn NAH lukte schilderen helemaal niet meer. Het was frustrerend maar alle pogingen met of zonder les mislukten. Wat ik aan beelden in mijn hoofd had, kreeg ik mijn vingers niet meer uit.
Met heel veel pijn in mijn hart heb ik begin dit jaar bijna al mijn schilderspullen opgeruimd en vrienden blij gemaakt met de potten verf, schilderdoek, e.d.. Potloden en houtskool hield ik wel zelf. Ik wilde  proberen dit jaar weer Nieuwjaarskaarten te maken.

Lees verder “Een verrassende wending”

Mijn voorleesstem

Sinds corona ons land overviel en we steeds minder mensen mochten of konden zien, lees ik mijn kleizoon van toen vijf jaar elke avond voor via Facetime. Later kwam daar nog thuisonderwijs bij. Mijn kleinzoon woont ca. 25 km bij mij vandaan. Het was daarom een mooie oplossing, die hopelijk tijdelijk zou blijken te zijn. Wat het thuisonderwijs betreft was dat inderdaad zo. Maar het voorlezen beviel zo goed dat we dat erin gehouden hebben. Tot op de dag van vandaag lees ik hem voor, vlak voor het slapen gaan. Soms heeft ie geen zin in een verhaal, dan wil hij “gewoon” kletsen.
Wel zijn er een paar avonden vervallen, want per slot gaat Legomasters of Holland Got’s talent wel voor. En als hij van judoles komt, is het vaak al te laat, hij moet de volgende dag toch ook weer naar school.
Lees verder “Mijn voorleesstem”

Hotspot

Een paar weken geleden nam ik deel aan een schrijfcafé met als thema “De kunst van het tevreden zijn”. Het blijkt een erg breed onderwerp te zijn en het levert een scala aan teksten op. Het thema  blijft nog weken in mijn hoofd rondzingen en ik besluit er iets voor op mijn blog over te schrijven.
Een van de eerste dingen die me te binnen schiet, is een geluksmoment van jaren geleden.
Niks zaligers dan met een kop koffie zaterdagochtend om 06.00 uur in de vroege morgenzon, als iedereen nog slaapt en alleen de vogels, de kat en ik wakker zijn. Ik hoor het zingen van de vogels, ruik de ruisende regen op het bladerdak waaronder ik lekker droog zit. Mijn krant knispert in mijn handen. De kat ligt hoog en  droog “boven mij” op de smalle houtdelen van de schutting,  zijn kop reikhalzend naar de zon gericht. Hij spint van tevredenheid,  ik  geniet met volle teugen. Hoe blij en tevreden kun je met zoiets simpels zijn? Het voelt als een mooi levenscadeau op mijn persoonlijke hotspot daar in de tuin.
Lees verder “Hotspot”

Jeuk

Bij mij begon het eind maart te jeuken door iets wat op een insectenbeet leek. Prachtige grote rode bulten en vlekken werden het en ze  kriebelden en jeukten wekenlang. Eraf blijven was nauwelijks een optie.
Enthousiast telde mijn kleinzoon er alleen op mijn bovenbenen al zo’n drieëntwintig en nog een paar verdwaalde op een kuit. Weinig aan te doen, volgens de huisarts, wat zalf en dan maar gewoon de tijd uitzingen. Langzaamaan verdwenen de bulten al bleven er  grote roze verkleuringen over.
Lees verder “Jeuk”

In de ban van…

De wasmachine draait lawaaierige toeren. Ze is nerveus. Ze kijkt de kamer nog eens rond. Ja, alles ziet er netjes uit.
Een bekende blauwe auto stopt voor de deur. Snel loopt ze naar de achterdeur. “Hallo Eva, alles goed?”
“Ja, en met jou Renske, en Peter en de kids? Hier, een bloemetje voor jou.”
Stroef mompelt Renske een dankjewel, haalt diep adem en zegt ”Ga maar vast naar binnen dan schenk ik koffie in, daar heb je vast wel zin in na zo’n lange rit.”
“Ja, hm, lekker” zegt Eva en loopt door naar de kamer. Ze denkt terug aan het telefoontje van vorige week. Ze was zich rot geschrokken. Renske kampt met een flink alcoholprobleem, dat weet ze,  maar met zo’n dubbele tong en zo warrig had ze haar nog nooit horen praten. Ze verstopt flessen bij de buren in de heg,  haar bankpas is geblokkeerd, had ze van Peter gehoord.

Lees verder “In de ban van…”