Twijfelweer

Natte-straatgeluiden

komen binnen lawaaien

met een frisse tegenwind.

Een waterig zonnetje

priemt door de grafietgrijze wolken.

De kerstappeltjes staan

bloot zonder blaadjes

te blozen.

De koolmeesjes hebben

de pindazakjes geleegd.

Witte meeuwen schreeuwen luid

en scheren als lichtflitsen

door de donkere lucht.

De windgong klingelt zachtjes.

Het wil maar niet echt winteren.

Oosterse schoonheid

Strenge kledingvoorschriften

net zo strak als het keurslijf

van haar leven.

 

Losgebroken,

wapperende gewaden

met traditionele toets.

 

Eeuwenoude rituelen

bijna gebrand in haar wezen

voorzichtig verlaten.

 

De schok is al groot genoeg.

Met een nieuw elan

treedt zij de wereld tegemoet.