Er was eens…

 Er was eens een heel verlegen meisje met rood krullend haar en sproetjes op haar wangen. Haar vader noemde haar Eekhoorntje vanwege dat mooie rode haar. Ze woonde samen met haar ouders, aan de rand van de stad in een oude boerderij met op het erf een kippenhok en een oude waterput. Een paard en een ezeltje stonden op het veldje naast de put.

Op een ochtend werd Eekhoorntje vroeg wakker en zag door een kier van het gordijn een streep maanlicht. Ze stapte uit bed, trok vlug een trui over haar pyjama aan en sloop zachtjes op blote voeten naar buiten. Het maanlicht liep met haar mee. Ze rook de geur van bloeiende bloemen en kon de verleiding niet weerstaan om een paar dahlia’s en rozen te plukken. Ze wenste de ezel en het paard goedemorgen en gaf ze alvast wat te eten. Met haar neus in de zoet geurende rozen liep ze neuriënd verder.

Ze kon net over de rand van de put kijken. Daar woonde een monster dat dol was op kinderen en ze mee de put in trok, wist ze van haar ouders.
In de zwarte diepte glom de maan op het rimpelloze water. Maar ze zag geen monster.  Ze liet een dahlia in het water vallen, per ongeluk. Mooie kringen vormden zich om de bloem. Een schijfje maan rimpelde met het water mee. Prachtig vond ze het en liet nog een bloem vallen. Expres.
Ze deinsde geschrokken achteruit. Er echode een droevig gehuil door de put. Heel voorzichtig boog ze zich toch weer over de rand en keek recht in een paar hele grote trieste ogen. Ze zag geen haren, maar wel een gladde huid die glom in een diepe nachtblauwe schutkleur, waterdruppels glinsterden rond de ogen.
“Dag”, zei het wezen op heel vriendelijke toon, “ik ben Splash. Dankjewel voor de prachtige bloemen. Mag ik je wat vragen? De maan ziet er altijd zo koud uit als ik omhoog kijk. Ik zou zo graag een keer de zon willen zien en haar warmte voelen. Kan dat?”
Eekhoorntje aarzelde geen moment. “Ik kan je wel helpen.” zei ze zonder na te denken. “Mag ik dan een wens doen?”
“Nee, dat kan niet,” antwoordde Splash, “helaas is dit geen wensput, maar je kunt me heel gelukkig maken door me uit het water te halen. Wil je dat doen?” Weer zag Eekhoorntje zijn grote droevige ogen die haar leken te betoveren. De waarschuwingen van haar ouders waren allang vergeten. Ze pakte de putemmer en liet die langzaam zakken. “Stap maar in Splash, tenminste,  ik denk dat je dat wel kunt.”
Splash glibberde met gemak de emmer in en terwijl Eekhoorntje hem omhoog trok, zong hij een allerliefst dankliedje voor haar. Toen de emmer boven de rand uitkwam, scheen de zon inmiddels met een steeds sterker wordende goudgele hartverwarmende kleur.
Splash lag met gesloten ogen op de rand, het licht was te fel na alle donkerte van de put. Maar met haar warme stralen kuste de zon Splash op zijn oogleden en het duurde dan ook niet lang of hij opende voorzichtig zijn ogen. De warmte van de zon deed hem goed en zijn ogen begonnen te schitteren. Eekhoorntje danste van plezier, ze was zo blij hem zo te zien. Splash was helemaal geen eng monster. Haar ouders hadden het helemaal mis. Ze gaf hem pardoes een dikke zoen.

Eekhoorntje deinsde achteruit. Splash schreeuwde het uit alsof hij heel veel pijn had. Zijn glanzende nachtblauwe vel werd dof, kreeg groengrijze vlekken, scheurde open en viel in rafels over de putrand een plasje water op de rand achterlatend.
Wat had ze gedaan? Eekhoorntje sloeg haar handen voor haar gezicht. Zouden haar ouders toch gelijk hebben en zou ze nu in de diepte van de put verdwijnen? Ze wilde wegrennen maar stond aan de grond genageld, wachtend op het onheil dat over haar zou komen. Plots voelde ze dat ze vastgepakt werd, maar in plaats van de put ingesleurd te worden, voelde ze een warme kus op haar beide wangen.
“Dankjewel” fluisterde Splash zachtjes in haar oor, “je hebt me met jouw goedheid gered.”
Verbaasd opende Eekhoorntje haar ogen en keek in de liefste en mooiste ogen van de allerknapste jongen die ze ooit had gezien. Ze kreeg een kleur en voelde een rare kriebel in haar buik opkomen. “Een mooie prins”, verzuchtte ze “Het lijkt wel een sprookje”.

8 antwoorden op “Er was eens…”

  1. Hoe krijg je het verzonnen, Ellen. Wederom heerlijk en verrassend om te lezen.

    Hartelijke groet,
    Wilja

    1. Wilja, dankjewel voor je reactie. Geen idee hoe ik het verzonnen krijg, ha, ha. Het komt gewoon bovendrijven, maar dan niet in een put;)

  2. Het lijkt wel een sprookje………….. nee, het is een sprookje. Heel goed gedaan, met een verrassende wending. Mijn complimenten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *