Blauwe regen, sushi en samoerai

Ze zat op een grote steen aan de kant van de weg, in de schaduw van een enorme boom, haar schoenen uitgeschopt. Haar kanariegele blouse stak vrolijk af tegen de donkerblauwe spijkerbroek en het groen van bomen en  planten om haar heen. Haar oorbellen in dezelfde kleur als haar blouse, gaven haar gezicht een extra zonnig tintje. Het gaf een vertekend beeld maar dat was ook precies wat ze wilde. Niemand hoefde te zien hoe ze zich op dit moment echt voelde.
Waar had ze eigenlijk het lef vandaan gehaald om als vrouw alleen haar eigen vertrouwde leventje vol verantwoordelijkheden achter zich te laten, ook al was het maar voor een korte tijd, en deze vreemde wereld binnen te stappen?
Een geheimzinnig land met een taal waarvan ze geen woord verstond, de vreemde letters niet kon lezen en niets snapte van de manier van leven. Een land waar ze zich met al haar talenkennis nauwelijks verstaanbaar kon maken, al bleek ze creatief genoeg om andere wegen te vinden. Wel steeds  verrassend wat er uitkwam, zoals in dat restaurant waar ze  samen met de serveerster tekeningetjes had gemaakt om te ontdekken wat er in het gefrituurde gerechtje zat. Rare krabbels voor garnaal, kip, rundvlees, bamboe, schelpdieren. Of dan bleek het inktvis te zijn, brrrrr.

Ze keek om zich heen en nam de weg, een oprijlaan naar het keizerlijk paleis dat in de verte nauwelijks zichtbaar was, in zich op. Ze had nog nooit van haar leven zo’n brede, eindeloze oprijlaan gezien. Verbaasd dwaalde haar blik over geasfalteerde weg waar niets van straatvuil of andere rommel te vinden was, zelfs geen takje of afgevallen boomblaadje. Ook de strak ijsblauwe hemel was “schoon”, er was geen wolkje, rookpluim of vogel te zien Het heldere licht deed bijna pijn aan haar ogen.
Ze voelde zich alleen. “Vreemd”, mompelde zie zachtjes voor zich heen, “om je als helft van een tweeling toch altijd weer alleen te voelen.

Ze pakte haar schetsboek uit haar versleten rugzak. Met een liefkozend gebaar streek ze over de kaft. Ze hield van die Japanse print met zijn geheimzinnige uitstraling. Haar handen tintelden, er zou en moest wat uit haar vingers op het papier komen.
Snel sloeg ze het schetsboek open en schetste met houtskool in een paar grove lijnen wat ze waarnam. Ze zou het later thuis verder in verf en Oost-Indische inkt uitwerken. Ze maakte wat er losse notities bij en probeerde het lege en eenzame gevoel in woorden te vatten. Maar ook het tegenstrijdige van de enorme rust die haar zo onrustig maakte.
Haar blik viel op een bloempot die vlakbij de weg stond. Een donker geglazuurde pot met daarin een bonsai-struikje, een Blauwe Regen. Het stammetje en de takken waren ingeperkt en beknot, alleen op die ene bloem had men geen grip gehad. In volle glorie en groter dan het struikje zelf stond daar een tros bloemen vreselijk lilablauw te wezen. Ze vond het symbolisch, deze ingeperkte struik langs die verlaten weg. In elk bloemetje in de tros zag ze een facet van haar eigen ontwikkeling. De een mooier dan de ander, meer of minder kleur, kleiner of groter, een enkele verschrompeld, maar samen vormden ze een geheel dat ondanks alle beperkingen toch tot bloei was gekomen.

Met een snelle beweging sloeg ze haar schetsboek weer dicht en stopte het op de juiste plek terug in haar rugzak. Daar hield ze van, van het blindelings terug kunnen vinden van dingen. Niet alles, zo georganiseerd was ze nu ook weer niet. Ze sloeg wat vuil van haar broek en streek een paar kreukels glad, schoot in haar schoenen die ze eigenlijk liever uit had gelaten, maar het asfalt voelde stekelig onder haar blote voeten.
Ook al zoiets, ze zocht toch nooit de makkelijkste weg? Ze trok haar schoenen weer uit, voelde het prikkelende gevoel van elke nieuwe stap op de oprijlaan. Elk detail nam ze in zich op, sloeg het op in haar geheugen om het tevoorschijn te halen als het nodig was.
De omgeving leek veranderd, veel vriendelijker.
Ze hoorde zacht gekabbel van een iel beekje dat slingerend tussen een paar grote bomen en fluisterend bamboegroen een weg zocht. Ze werd verrast door de heldere tinten in groen en geel, het donkere doorschijnende rood van het jonge gebladerte waar de zon doorheen piekte. In de verte zag ze de contouren van het oude paleis, nu nog een vlek aan de horizon, maar met elke stap groeiend tot een imponerend gebouw van onvoorstelbare grootte. De overdonderende stille wereld van daarnet was veranderd in iets wat haar nieuwsgierigheid aanwakkerde. Van het eenzame en verlaten gevoel was geen spoor meer te bekennen.

Ze stond stil, haar tas plofte naast haar op de straat. Ze besefte dat ze een keuze moest maken. Welke kant wilde ze opgaan? Ze had geen idee, zocht naar aanknopingspunten. Wat had haar aan de andere kant van de wereld doen belanden op een immense oprijlaan van het majestueuze keizerlijke paleis in Tokyo? Wat was de aantrekkingskracht van dit land, dat haar  haar hele leven al intrigeerde? Wat had het haar te vertellen?
Ze keek nog eens om zich heen, schudde toen haar schouders alsof ze er een last van af wilde gooien.
Gedecideerd pakte ze haar spullen en ging op weg naar het paleis van de Samoerai, onverschrokken krijgers van weleer.

6 antwoorden op “Blauwe regen, sushi en samoerai”

  1. Wat n mooi verhaal weer Ellen
    Doorgaan met schrijven, het is verrijkend!

    Het deed mij ook terugdenken aan mijn verblijf in de Keizersuite van het Emperor Hotel, naast het paleis van de keizer in Tokio en de verbazing die zich daarbij van mij meester maakte

    1. Hey Fred, dank voor je reactie. Ik ben erg blij met je compliment.
      Blijven schrijven, doe ik zeker. Ik heb “mijn taal” weer teruggevonden. Dat heeft tien jaar geduurd en is geweldig te ervaren dat wat ik in mijn hoofd “zie” ook eindelijk uit mijn vingers komt. Dat is heel lang niet zo geweest.
      Kan me goed voorstellen welke indruk de keizerlijke suite op je heeft heeft gemaakt, alhoewel ik die zelf niet gezien heb. Japan is gewoon indrukwekkend.

  2. Hoi Ellen, opnieuw een bijzonder verhaal. En het lukt je niet alleen steeds beter om situaties te beschrijven, maar ook om daarin je gevoelens te verwoorden. Verrassend en ontroerend tegelijk. Dankjewel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *