Sneeuwengeltje

Het meisje liep wat verweesd rond op de kerstmarkt waar slingers met lampjes een warme gloed gaven. Haar grote groene ogen schitterden in het zachte licht. Ze was op zoek naar een goede plek waar ze wat centjes kon verdienen. Haar vader en moeder, ontwaakt uit hun dronken roes, hadden haar daarvoor op pad gestuurd. Ze wist dat ze boos zouden worden omdat ze in hun ogen  vast weer te laat terug zou komen voor een nieuwe ronde drank. Ze kende inmiddels het klappen van de zweep.
Sneeuw dwarrelde geruisloos neer op de kasseien. In het midden van het plein stond een grote kerstboom vol lichtjes en kerstversieringen. Iets verderop brandde een knapperend vuur. De vele voeten lieten hun afdruk achter in de sneeuw. Mensen scharrelden langs de kraampjes met kerstballen, kerstklokjes en andere kerstachtige dingen. De geur van warme koeken, geroosterd varkensvlees en zoetigheid konden ze niet weerstaan en de warme glühwein smaakte opperbest. Wangen werden roder, het geroezemoes drukker. Het meisje had die dag nog niet gegeten en de geuren van al dat lekkers deden haar watertanden.
Het begon te donkeren. De beiaardier speelde Jingle Bells.

Ze vond een goede plek in de beschutting van een kraam niet ver van het brandende vuur. Ze klom op een grote als nep-kerstcadeau ingepakte doos en zette er het centenbakje op. Rond dit geïmproviseerde podium vormde zich al gauw een kringetje nieuwsgierige mensen.
In haar kastanjerode krullen had ze zilveren, rode en groene linten gevlochten en een krans van ledlampjes die vrolijk knipperden. Op haar kapotte schoenen had ze zilverfolie geplakt en er plastic bloemen van een kerstster in gestoken. Ze rilde van de kou in haar veel te dunne kleren, maar had ook last van zenuwen. Haar grote groene ogen zochten en vonden steun. Een meneer met een aardig gezicht lachte haar bemoedigend toe, een dame met een sjieke jas knikte vriendelijk. Ze begon zachtjes te zingen. Kreten van verbazing klonken over het plein. Wat had dat kleine meisje een engelachtige stem! Voorbijgangers draaiden hun hoofd om. Het publiek klapte enthousiast en er werd luidkeels “nog meer” gescandeerd. Het centenbakje raakte voller en voller en het gerinkel van de muntjes klonk haar als muziek in de oren.

De kerktorenklok sloeg zes uur. Zo laat al? Snel pakte ze het centenbakje dat lekker zwaar aanvoelde. Tussen de munten zag ze enkele vrolijk gekleurde snoepjes: een roze met een smiley, een blauwe met een tulp en een groene met een vraagteken. Ze had niet gezien wie zo aardig was geweest om die in het bakje te doen. Ze stak er een paar in haar mond. Zou dat haar honger wat stillen? Hmmm, best lekker, al voelde ze zich snel raar en misselijk worden. Door haar hoofd dwarrelden vreemde verwarrende beelden over een prachtig tropisch strand waar tegen haar pratende vissen rond sprongen, dansende en zingende kreeften plezier maakten en kokosnoten op pootjes met spinnen op hun schil tikkertje speelden. Een inktvis sloeg haar tentakels liefkozend om haar heen, het kietelde. Ze moest lachen.
Ze verloor meer dan haar evenwicht terwijl ze van de wereld in de sneeuw viel. Haar rode lokken en de flikkerende lichtjes staken fel af tegen al het ongerepte wit.
Ze voelde geen pijn en geen kou meer.

Uren later werd ze gevonden. De lichtjes in haar haar knipperden nog steeds. Met haar armen gespreid als een sneeuwengel lag ze daar met haar zilveren schoentjes en de rode plastic kerststerren, met een aller gelukkigste glimlach de nacht in starend. Uit haar mooie grote groene ogen was het licht voorgoed verdwenen. Haar hand omklemde een bakje met muntjes en xtc-pilletjes.
In de verte luidden de kerkklokken met hun gebeier vrolijk de Kerstnacht in.

 

 

2 antwoorden op “Sneeuwengeltje”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *