Beeldvorming

Ze was een kwartier te vroeg. Gespannen en met zorg koos ze een tafeltje uit in het donkerbruine café net buiten het centrum. Het kaarslicht scheen op de knalgele zonnebloem die ze als herkenningsteken had meegebracht. Ze had zich zorgvuldig opgemaakt en de lelijke kant van haar gezicht zo goed mogelijk gecamoufleerd.

“Hallo dame met de zonnebloem.  Azra?”
Ze draaide zich om, haar gezicht half naar hem toe.
“Ja, en dan ben jij Paul. Wat leuk je eindelijk eens te ontmoeten.”
Hij pakte haar hand en drukte er een klein pakje in. “ Het is niets bijzonders hoor”, verzekerde Paul terwijl er een kleine Boeddha met knapzak tevoorschijn kwam.  “Een Boeddha moet je cadeau krijgen en deze wenst je geluk op je reis door het leven. En ik hoop een stuk van die reis mee te mogen beleven.”
Ze voelde dat ze een kleur kreeg . “Wat een leuk idee van je. Oh, wat erg, ik heb helemaal niets voor jou meegebracht”.

“Dat geeft niet. Je hebt jezelf meegebracht, toch. Wil je iets drinken?”
“ Ja graag, cappuccino, en ik heb ook trek in iets lekkers er bij.”
“ Laat me raden, een stuk appeltaart van het huis met slagroom.” Paul bestelde de cappuccino voor Azra, thee voor zichzelf en twee stukken appeltaart met lekker veel slagroom.
Hij keek Azra nieuwsgierig aan. “Ik had me je heel anders voorgesteld. Maar dat doen mensen altijd hè, zich een beeld vormen wat dan altijd anders blijkt te zijn dan de werkelijkheid.”
“Ja”, zei ze, “ik dacht dat jij er ook heel anders uit zou zien. Klein en met blond haar. Maar je bent lang en donker.”
Paul keek haar nog eens goed aan. “ Je hebt prachtige ogen, Azra”.
Ze sloeg haar ogen verlegen neer. “Het voelt net als The Voice of Holland” zei ze zachtjes. “Je hebt me nog nooit gezien. Je zei ‘ ja’ op de inhoud van onze mail- en chatcontacten. Wat je daarin las beviel je. En hier zitten we dan en beoordeel je het hele  plaatje.”
Paul was verbaasd.  “Wat bedoel je te zeggen? Heb je tattoos? Hij keek haar onderzoekend aan en zag ineens de donkere schaduw die verborgen werd door de make-up. Een grillige vlek, die door het flakkerende kaarslicht een rare vorm met rafelige randen kreeg. Hij schrok, schoof zijn stoel weg en wilde opstaan. “ Je bent niet eerlijk geweest”.
Azra greep zijn pols. ”Wacht, ik zal het je uitleggen. Hier was ik juist bang voor. Dat je me af zou wijzen alleen op mijn uiterlijk. Ik wist dat ik geen schijn van kans had als je eerst een foto van me had gezien. Je zou daarna niet eens de moeite hebben genomen om me te leren kennen.  Je bent niet die eerste die zo reageert en je zult ook wel niet de laatste zijn. Het is me al zo vaak gebeurd.”
“Je hebt tegen me gelogen, en daar houd ik niet van.”
“Ik heb niet gelogen. Ik heb alleen iets niet verteld. Dat is heel wat anders.”
“ Nou voor mij niet. Een halve waarheid is een hele leugen.” Paul stond op en wenkte naar de ober voor de rekening.“
“Ga dan maar”, zei ze zachtjes. “Ik heb me vergist in je. Ik dacht we samen een klik hadden. Dat we inhoud belangrijker vonden dan uiterlijk. Daarom durfde ik deze ontmoeting ook met jou aan. Dat was dom van me. Ga maar en neem je Boeddhabeeldje maar weer mee, ik geef het nu aan jou. Jij hebt het harder nodig dan ik.”

Paul zakte terug op zijn stoel. Hij keek haar aan en zag de prachtige amandelvormige groene ogen vol tranen van teleurstelling staan. Hij boog naar haar toe en streek met een aarzelend gebaar een lok uit haar gezicht. Zijn vingers gleden voorzichtig langs de contouren van de wijnvlek. Wat was hij toch een sukkel. Hij stak zijn hand uit “Dag, ik ben Paul en zo met de zonnebloem  moet jij Azra zijn. Kunnen we overnieuw beginnen?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *