Mijn vader en zijn typemachine

De oude typemachine van mijn vader staat nu bij mij thuis stoffig en vuil te wezen.
Zomaar op een dag kwam hij mijn leven weer binnen. Via, via, geen idee waar dat logge ding weer boven water is gekomen.
Het donkerblauwe vilten matje wat er onder hoorde te liggen om het geluid te dempen, is verdwenen. Sommige letters zijn wat versleten door het vele gebruik. Een zwaar gietijzeren bakbeest uit 1949. Bij de oud-ijzer-boer zou het ding heel wat geld opbrengen.
Er zit nog een rood-zwart lint op. Alles werkt nog en ik zou ’m zo weer kunnen gebruiken als dat ding niet zo smerig zou zijn. Ik zou ‘m moeten schoonmaken, maar heb geen idee hoe dat aan te pakken.

Ook al schreef mijn vader erg veel met de vulpen in zijn voor ons onleesbare zelfbedachte steno, toch zijn er heel wat uurtjes op deze dinosauriër van de typemachines weg getypt. Als deze machine eens kon praten …. hele verhalen, sprookjes, artikelen voor de krant, manuscripten voor boeken, toneelstukken, liedteksten, hoorspelen, klankbeelden, personeelsblaadjes, notulen, persberichten, en documentaires vonden hun weg via de toetsen.

Je kan het zo gek niet bedenken of mijn vader heeft het wel geschreven.
Met een stevige aanslag, snel, uren lang, soms tot diep in de nacht. En dan de ‘ping’ als hij de hendel overhaalde om naar de volgende regel te gaan. Op de houten vloer van zijn werkkamer met het zware eikenhouten bureau klonk het gerammel van de typemachine overal door tot in alle uithoeken van het huis. De opgestapelde boeken rondom het bureau en op de planken aan de muren konden dat geluid amper dempen.
Wat pa weg typte op die machine heb ik als kind nooit geweten. Het was werk en meer werd er niet over gezegd. De werkkamer was verboden terrein en zeker als mijn vader er aan het werk was, dat had ik goed in mijn oren geknoopt.
Als jong meisje kon ik helemaal wegdromen bij het radio-zangspel  “De schilder Wan-Foe-Wan en de bedelaar”. Weg was ik van alle betoverende kleuren van de vlinders die de schilder Wan-Foe-Wan voor een prins in China schilderde en die voor mij helemaal tot leven kwamen in de teksten en liedjes die uit de radio klonken. Ik zág de kleurige vlinders van bloem naar bloem vliegen, de prins in zijn prachtige zijden gewaad, hoorde het bekoorlijke gezang. Ik kon er geen genoeg van krijgen en vergat de hele wereld om mij heen.

Ik moet ongeveer 25 geweest zijn toen ik erachter kwam dat mijn vader dit radio-zangspel had geschreven onder de naam Willy Wedekint.  Een pseudoniem dat hij wel vaker gebruikte.
Ik snapte er helemaal niets van. Hoe kon je, als je eigen dochter zo dol was op een door jouw geschreven verhaal, er over zwijgen? Hij deed het echter allemaal af met “Ach, die schrijverijen, dat is niks bijzonders. Ik heb ze weggegooid. Die onzin, het stelt niets voor, niet de moeite waard om te bewaren.”
Met veel pijn en moeite heb ik jaren later – onder het motto ‘dat is leuk voor jouw kleinkind’ – wat sprookjes kunnen lospeuteren en ik kreeg zelfs het manuscript van Wan-Foe-Wan. Hij had toch niet alles weggegooid.
Ik weet dat hij tot aan zijn dood in 1994 is blijven schrijven, al zijn die stukken allemaal verdwenen. Joost mag weten wat ermee gebeurd is. Gelukkig is er internet en daarop kwam ik door heel Nederland dingen tegen.
In de kringloopwinkel in Rotterdam een origineel muziekblad met een liedtekst uit 1947. In Amsterdam een sprookje van kabouter Trippetrip en de ridders van het Klavertje Vier, in Leek het toneelstuk “Het galgenmaal van Joris Goedbloed” dat uitgevoerd werd in het openlucht theater. Hetzelfde in Someren. In ’s-Hertogenbosch teksten in een boekje over Museum Slager en ‘Bosch Marieke’, een volksspel uit 1947, dat in 2008 nog is opgevoerd en in 2011 door leerlingen van het Koning Willem I College in een musical werd omgezet. Hoorspelen voor KRO-radio en teksten voor radioprogramma’s in Indonesië. Van het Internaat Lilbosch in Echt het schoolblad ‘Oriëns’  met daarin zijn verhalen “Zo dacht ik dat het was…” en via verschillende sites de kinderboeken “Ondesonk en de Woudloper” en “Elmars Verbanning”.
Soms kregen we na zijn overlijden nog van de BUMA auteursrechten betaald van liedjes waar we nog nooit van hadden gehoord en die ook niet meer te achterhalen waren. Dat kon zomaar in een jaar de vette somma van fl. 8,35 voor 6 liedjes opleveren! Liedjes met prachtige ouderwetse titels als “Zeg mij waarom”,  “De Schildersbaas”,”Adieu” of “Klanken van Verre”.

Mijn vader had een waanzinnige productie.

 

 

 

 

2 antwoorden op “Mijn vader en zijn typemachine”

  1. Dag Ellen,
    Ook ik herinner mij met veel plezier Wan-Foe-Wan. Ik heb twee keer meegedaan aan een uitvoering ervan, met kinderkoren uit den Haag. Éen keer als bloem, één keer met een chinees pakje aan als dienaar (denk ik). Hele flarden van de tekst schieten zo in mijn geheugen. Je vader heeft mij, de koorleden en alle trotse ouders erg veel plezier gedaan met zijn schrijven en componeren.

    1. Dag Zingende Bloem,
      Dank voor je leuke reactie.
      Wat een goed geheugen heb je! Ik kan het door jou genoemde stukje zangtekst zo terugvinden in het originele manuscript.
      Overigens is de muziek gecomponeerd door Jo Beijersbergen van Henegouwen. Ik wist niet dat het zangspel buiten de radio was opgevoerd. Leuk om te weten!
      hartelijke groet, Ellen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *